Duivenpoep op je hoofd brengt geluk

Terwijl, alsof je ander gevogelte aan kunt spreken

Op niet zo opvallend tortelen

Of geen post bezorgen 

 

Hoe knap en interessant

Blijft het dat jij en ik 

In staat blijken -als was leven een duobaan-

Te wennen aan hoe we eender zijn

In plaats van eenden

 

Of we dat willen?

Vogels zijn we immers allemaal

Onwetend getekend 

Koorddansend op voortschrijdend inzicht

 

We nestelen ons dicht op elkaar met

Groeiend verstand van Noord, honderd

Jaar jong, dunne muren harde deuren

Wie kreunt, zingt, schreeuwt, lacht daar

Op deze grond waar zo veel lijken 

Hingen dat hongervogels ervan vraten

Wat wisten zij

 

Vergeven wij, vergetend

Zij aan zij aan zij

En wensen elkaar welterusten